Voorwoord

Noord-Holland is een bijzondere provincie, die op veel mensen een bijzondere aantrekkingskracht uitoefent. Op een relatief klein oppervlak gebeurt waanzinnig veel en de grote afwisseling in landschap en ruimtegebruik levert vaak interessante en spannende contrasten op. Het landschap blijft ook voortdurend veranderen. De initiatieven van nu bepalen mede het landschap van de toekomst, net zoals de plannen en inzichten uit het verleden geleid hebben tot het afwisselende landschap van nu. In het behoud en de ontwikkeling van het open en gevarieerde landschap heeft de provincie een zeer relevante rol.

Ruimtelijke kwaliteit is één van de hoofdbelangen in het beleid van de provincie. Uitgangspunt is dat initiatiefnemers en gemeenten bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen voldoende rekening houden met de diversiteit en de unieke kwaliteiten van het Noord-Hollandse landschap. Bij voorkeur versterken nieuwe ontwikkelingen de bestaande kwaliteiten, of voegen ze juist nieuwe kwaliteiten toe. Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland beschikken daarom over meerdere ruimtelijke instrumenten, die bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van plannen en daarmee helpen om de kwaliteiten van het landschap te borgen.

Eén van die instrumenten is de Adviescommissie Ruimtelijke Ontwikkeling (ARO). Deze bestaat uit deskundigen met een brede kennis op het gebied van o.a. landschap, stedenbouw en cultuurhistorie. De ARO geeft onafhankelijk advies aan Gedeputeerde Staten over de ruimtelijke kwaliteit van plannen die grote impact hebben op het landschap. Door plannen in een zo vroeg mogelijk planstadium van advies te voorzien en door naar de samenhang met andere ontwikkelingen in een gebied te kijken, krijgt de ARO de gelegenheid om daadwerkelijk te sturen op kwaliteitsverbetering. Dit betekent winst voor alle bij het plan betrokken partijen.

Het landschap is aan verandering onderhevig, maar dat geldt ook voor de samenstelling van de ARO. Gedurende 2016 heeft een belangrijke wisseling plaatsgevonden in de bezetting van de commissie: maar liefst zes van de acht ARO-leden hebben plaatsgemaakt voor nieuwe leden. Reden voor deze wisseling is dat afgesproken is dat commissieleden maximaal zes jaar lid mogen zijn van de ARO. Vorig jaar hadden zes ARO-leden, die al sinds de oprichting van de ARO in 2010 lid waren van de commissie, deze termijn bereikt. Ook de voorzitter is gewijzigd halverwege 2016.   

De commissie neemt in het jaarverslag de gelegenheid om de planbespreking in een wat breder perspectief te zetten. Zowel de vertrekkende, als de nieuwe ARO-leden komen aan het woord. Ze gaan in tweetallen met elkaar in gesprek over diverse ruimtelijke thema’s en plannen die in 2016 aan de ARO zijn voorgelegd. De weergave van deze gesprekken, samen met twee essays over historische geografie, vindt u terug in dit jaarverslag.

Ik wens u veel plezier bij het lezen van het ARO Jaarverslag 2016.

Tom Smeelen,
ambtelijk voorzitter ARO