2. Superhallen in het landschap

De landschappelijke inpassing van bollenbroeierijen

In 2016 zijn in de ARO zes plannen voor de uitbreiding van bollenbroeierijen behandeld; in het jaar daarvoor ging het om vier plannen. Een substantieel deel dus van het totaal aantal plannen waar de ARO over heeft geadviseerd.
Hieruit blijkt dat dit een snel groeiende bedrijfstak is. De ruimtelijke impact op het landschap is bovendien groot. Ingeborg Thoral en Marijke van Schendelen gaan met elkaar in gesprek over het fenomeen bollenbroeierij en constateren dat een goede landschappelijke inpassing van deze ‘superhallen in het landschap’ niet vanzelfsprekend is.

"Het advies van de ARO vormt een eyeopener voor de ondernemers."

Ingeborg vindt de bollenbroeierijen een intrigerend, typisch Noord-Hollands fenomeen.
“De transitie van bollenbedrijven naar steeds grotere bollenbroeierijen zorgt voor een totaal nieuw landschap. De vraag is hoe je de schaalvergroting in balans houdt met de bestaande landschappelijke kwaliteiten. De bollenbroeierijen lijken wel kleine agrarische bedrijventerreinen, met allerlei elkaar ondersteunde functies op hetzelfde erf. Je kunt het geen agrarisch bedrijf meer noemen, in de traditionele zin van het woord. Hoe geef je dergelijke terreinen vorm en maak je tegelijkertijd een aantrekkelijk landschap, waar ook de recreant nog wat mee kan?”

Ook Marijke vindt de sector fascinerend en de innovatieve kracht enorm. “Het zijn vaak familiebedrijven die sociaal een enorme betekenis hebben, daar moet je zuinig op zijn en ruimte aan bieden. De provincie Noord-Holland heeft in haar beleid jarenlang de bollenteelt gestimuleerd. De bollenbroeierijen zijn daar mede een gevolg van.” Marijke ziet qua omvang en innovatie ook parallellen met andere grootschalige bedrijven zoals de zaadveredelingsbedrijven: “De ondernemers zijn zakelijk ingesteld en willen graag zoveel mogelijk van het terrein benutten. De ARO zegt vervolgens: maak een plan met kwaliteit!

“Een representatieve voorzijde is ook een visitekaartje voor het bedrijf.”

“De functie van een bollenbroeierij is aan de buitenkant nauwelijks zichtbaar”, zegt Ingeborg. “De beleving wordt bepaald door loodsen, opslag en transportbewegingen. De visuele link tussen de bedrijfsvoering en het landschap is beperkt. Bovendien zoekt een bedrijf bij uitbreiding in de meeste gevallen de grenzen van het perceel op, zodat er op het perceel nauwelijks ruimte is voor landschappelijke inpassing. De invulling van de randen is vaak beperkt en gefragmenteerd. De ARO noemt in haar adviezen vaak de aspecten: het houden van afstand tot de openbare weg, het maken van een representatieve voorzijde en behoud van de lange lijnen in het landschap, het doorzicht langs het bedrijf naar achteren. Het gaat dus om het borgen van kwaliteit, maar ook het toevoegen ervan”. Marijke vult aan: “Een representatieve voorkant is ook het visitekaartje van het bedrijf.

“Het maken van een beeldkwaliteitsplan of in ieder geval een goed ontwerp is van groot belang”, aldus Marijke. “Kijkend naar de plannen die zijn behandeld, kan de ARO echt iets toevoegen. De ondernemer van een bedrijf is er vaak bij als een plan in de commissie wordt gepresenteerd en je merkt dat het advies van de ARO vaak een eyeopener is voor zo’n ondernemer. Het zijn doorgaans ook kapitaalkrachtige bedrijven, die best wel willen investeren in goede inpassing”.

Ingeborg mist in de voorgelegde plannen het goede ontwerp. Ze zegt: “De beperkte ruimte voor inpassing hangt deels samen met de eisen aan de bedrijfsvoering, waarbij je vast zit aan met standaard maten. De technische eisen lijken de overhand te hebben, de landschappelijk inpassing beperkt zich vaak tot wat beplanting langs de randen. Hier speelt ook de kwaliteit van de ontwerper een belangrijke rol. Het maken van een goed ontwerp en het inzetten van goede ontwerpbureaus zou door provincie en gemeente veel meer gestuurd en gestimuleerd moeten worden.”

“De ARO vraagt om plannen in een groter ruimtelijk perspectief te bekijken.”

De ARO roept in haar adviezen de gemeenten, initiatiefnemers en ontwerpbureaus vaak op om plannen in een groter ruimtelijke perspectief te bekijken. Ingeborg:  “Bij een van de behandelde plannen kwam ook compensatie aan de orde. Op het terrein zelf was geen ruimte, maar wel aan de overzijde van de weg, waar het bedrijf ook eigendom had. Er zou nog veel meer mogelijke moeten zijn bij de ontwikkeling van dit soort bedrijven. Er zou bijvoorbeeld meer ruimte moeten zijn voor innovatie als het gaat om energie opwekken, zoals bij een bedrijf in Warmenhuizen dat in de ARO langskwam: hier werd biomassa omgezet in energie.” “Er is meer verweving van functies mogelijk en met het slimmer omgaan met de ruimte kan ook meer kwaliteit bereikt worden”, vult Marijke aan.

Ingeborg en Marijke vragen zich af of de ARO wel voldoende middelen heeft om te zorgen dat plannen goed worden. De ARO geeft immers vooral commentaar op perceelniveau, nadat nut en noodzaak van een plan al zijn aangetoond. Ingeborg: “Het maken van een visie is geen taak voor de commissie, maar de ARO kan wel stimuleren dat er visies worden gemaakt.” Dit is in 2016 ook gebeurd:  Jandirk Hoekstra, de PARK van Noord-Holland heeft op aangeven van de ARO een handreiking opgesteld voor de ruimtelijke inpassing van bollenbroeierijen in Polder Het Grootslag. Hierin gaat het naast richtlijnen voor de inpassing van de bedrijven zelf nadrukkelijk ook om de inrichting van de publieke ruimte met wegen, waterlopen en groen. “Bij dit soort bedrijven is sprake van toenemend vrachtverkeer, waar de ontsluitingswegen in veel gevallen niet op ingericht zijn. Het is dan een taak voor de gemeente om de wegen op orde te brengen”, zegt Ingeborg. “De waterschappen zijn aan zet als het gaat om het waar nodig versterken van de waterstructuur.” Marijke vult aan: “De provincie moet hier een stimulerende rol in vervullen. Na het opstellen van de visie van de PARK zag je overigens  in nieuwe plannen al onderdelen van die visie terug.”

Het is dus belangrijk om als betrokken partijen goed samen te werken en de kennis van de ARO ook goed te verbinden met de ambtelijke organisatie van de provincie en met de PARK”, zegt Ingeborg. “Dit kan de aanzet vormen voor het ontwikkelen van goed beleid voor dergelijke ontwikkelingen. Met andere woorden: de ARO krijgt in haar onafhankelijke rol de ruimte om te reflecteren op ontwikkelingen en houdt hiermee de organisatie scherp.”

“Door het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit uiteindelijk ook voor een versterking van de economische waarde van bedrijven”, merkt Marijke op. Ingeborg ondersteunt dit: “Als je economie kunt verbinden met ruimtelijke kwaliteit dan doe je het politiek goed.”

Ingeborg Thoral

Landschapsarchitect/stedenbouwkundige

reservelid van de ARO sinds maart 2016

Directeur MIXST URBANISME, docent diverse master- en bacheloropleidingen, Atelierleider AtelierOverijssel.

Aandachtsgebieden:
strategie, ontwerp en onderzoek van landschappelijke en stedelijke vraagstukken; focus ligt bij industrieel of landschappelijk erfgoed, de ontwikkeling van het landelijke gebied, duurzame infrastructuur, veerkrachtige en waterbestendige steden en energielandschappen.

Marijke van Schendelen

Planoloog

reservelid van de ARO van november 2010 t/m april 2016

Zelfstandig adviseur ruimtelijke ontwikkelingen voor gemeenten, provincies en private partijen, voorzitter Milieufederatie Noord-Holland.

Aandachtsgebieden:
stedelijke vernieuwing, de relatie tussen stad en ommeland en het belang van cultureel erfgoed in ruimtelijke planvormingsprocessen.
  • 1. Uitbreiding agrarisch bouwperceel bollenbroeierij Haling 20e Enkhuizen
  • 2. Uitbreiding agrarisch bouwperceel bollenbroeierij De Gouw 59a Lutjebroek, gemeente Stede Broec
  • 3. Uitbreiding zaadveredelingsbedrijf Slimweg 38 Lutjebroek, gemeente Stede Broec
  • 4. Uitbreiding bollenbroeierij Geerling 4B Bovenkarspel, gemeente Stede Broec
  • 5. Uitbreiding bollenbroeierij Julianastraat 25 Avenhorn, gemeente Koggenland
  • 6. Uitbreiding B-Four Agro, Heemtweg 5 Warmenhuizen, gemeente Schagen
  • 7. Uitbreiding agrarisch bouwperceel De Gouw 71 te Hoogkarspel, gemeente Drechterland
  • Handreiking Ruimtelijke inpassing Bollenbroeierij het Grootslag

Er is sinds een aantal jaren in de landbouwsector een trend naar schaalvergroting gaande. Het bedrijf produceert tulpenbollen en tulpenbloemen. De tulpenbollen worden in de zomerperiode verwerkt en in de winterperiode worden tulpenbloemen geproduceerd en verwerkt.

Het plan voor het bedrijf voorziet in de realisatie van een bedrijfsloods en schuurkassen naast de bestaande bedrijfsgebouwen. Daarvoor moet het agrarische bouwblok uitgebreid worden. De uitbreiding is noodzakelijk voor de ontwikkeling voor de ontwikkeling en de (economische) vitaliteit van het bedrijf.  

 

1 a. De eindfase bij parallel schakeling

De eindfase bij parallelschakeling van de uitbreiding aan bestaand (bron: Overwegingen over de ruimtelijke kwaliteit bij de inpassing uitbreiding van D.J. Visser, Bloemen BV, ir. H. van Brederode, februari 2016)

 

1 b. Foto voorzijde

Foto voorzijde huidige bedrijf (bron: Overwegingen over de ruimtelijke kwaliteit bij de inpassing uitbreiding van D.J. Visser, Bloemen BV, ir. H. van Brederode, februari 2016)

 

 

ARO-advies (8 maart 2016)

De ARO is positief over dit plan, dat een goed voorbeeld is van hoe met de inpassing van een dergelijk grootschalig bedrijf kan worden omgaan. Zo is het goed dat het bedrijf al op eigen initiatief gezorgd heeft voor het 90 graden draaien van de beschikbare ruimte voor uitbreiding die in het bestemmingsplan was aangegeven, waardoor beter aangesloten wordt bij de bestaande bebouwing en de structuur van het landschap.

De ARO heeft nog een aantal suggesties om er nog meer kwaliteit aan toe te voegen. Voorgesteld wordt om de boomgaard, die op het voorterrein bij het nieuwe deel van het bedrijf komt, ook op het voorterrein voor de bestaande gebouwen aan te brengen, zodat er één geheel ontstaat. Het is te overwegen de plantafstand van de bomenrijen, met name op het nieuwe voorterrein, iets kleiner te maken, zodat deze coulissen sterker werken.

De watercompensatie aan de voorzijde van het terrein kan het beste worden gecombineerd met de bermsloot ter hoogte van het voorterrein, zowel voor het bestaande als het nieuwe gebouw. Het talud daarvan dient tevens flauwer te worden afgewerkt, zodat het geheel natuurlijker oogt.

Op de locatie de Gouw 59a is een agrarisch bedrijf, met als activiteiten bloembollenteelt en tulpenbroeierij, gevestigd. Hier vindt de productie en de verwerking plaats van tulpen en worden tulpenbollen gebroeid.

Voor het bedrijf op genoemde locatie zijn er plannen voor de uitbreiding van de bedrijfsbebouwing ten behoeve van de bedrijfsontwikkeling. Hiervoor is een uitbreiding van de bedrijfskavel noodzakelijk, omdat het huidige bouwvlak ontoereikend is. In de huidige situatie bedraagt de oppervlakte van het bouwvlak 2,1 ha. In de nieuwe situatie wordt het bouwvlak uitgebreid tot 3,2 ha.

Overigens komt het bouwvlak met een oppervlakte van 1,1 ha, gelegen ten noorden van de locatie De Gouw 59a, te vervallen. Hier staat alleen nog een oude kas van 700 m². Deze kas zal worden gesloopt.

 

2 a. Foto bestaande situatie

Foto bestaande situatie (Bron: Beeldkwaliteitsplan Lutjebroek Gouw 59A, Rho Adviseurs, maart 2016)

 

2 b. Landschappelijke inpassing

Landschappelijke inpassing (Bron: Beeldkwaliteitsplan Lutjebroek Gouw 59A, Rho Adviseurs, maart 2016)

 

 

ARO-advies (19 april 2016)

De voorstellen in het beeldkwaliteitsplan sluiten in beginsel aan bij eerdere voorstellen van de ARO voor de inpassing van andere bollenbroeierijen. De opgave is hier vooral het weer helder in de landschappelijke structuur zetten van het bedrijf en het zekeren van de doorzichten vanaf de openbare weg. Hierbij gaat de aandacht vooral uit naar een sterker groeninrichting van het voorterrein en het beter organiseren en inkaderen van het opslagterrein aan de oostzijde van het erf. Onder de nadrukkelijke voorwaarde dat de brede sloot aan de oostzijde in deze breedte over de volle lengte van het bedrijf wordt doorgezet en de opslag binnen het aldus gevormde kader wordt georganiseerd, en het voorterrein een groenere inrichting verkrijgt kan de ARO akkoord gaan met dit plan.

Op de locatie Slimweg 38 is het zaadveredelingsbedrijf Beekenkamp Plants gevestigd. Beekenkamp Plants is producent van sier- en groenteplanten met een wereldwijde jaarlijkse afzet van honderden miljoenen planten. Op de locatie in Lutjebroek worden jaarlijks 60 miljoen koolplanten geproduceerd.

Wegens de toenemende vraag naar planten-opkweek voor de regionale vollegrondsteelt en de in Noord-Holland gevestigde zaadveredelingsbedrijven zijn er plannen ontwikkeld om het kassencomplex uit te breiden. Daarvoor is een vergroting van het bouwvlak noodzakelijk. In de huidige situatie bedraagt de oppervlakte van het bouwvlak 3,2 ha. Na de gerealiseerde uitbreiding aan de westzijde van het bestaande bouwvlak bedraagt het bouwvlak ruim 5,7 ha.

 

3 a. beeld huidige entree

Beeld huidige entree van het bedrijf (bron: Concept beeldkwaliteitsplan Slimweg 38, Vollmer&partners, april 2016)

 

3 b. Inrichtingsschets

Inrichtingsschets (bron: Concept beeldkwaliteitsplan Slimweg 38, Vollmer&partners, april 2016)

 

 

ARO-advies (25 mei 2016)

De ARO is onder voorwaarden positief over deze ontwikkeling. De commissie heeft een aantal opmerkingen en suggesties bij het voorgelegde voorstel. De ARO constateert dat dit bedrijf volgens de Structuurvisiekaart uit de Toekomstvisie Stede Broec 2014-2024 in een gebied ligt dat is aangeduid als ‘groene scheg’. De forse uitbreiding van het bedrijf en het gegeven dat het bedrijf geen natuurvriendelijke oevers in haar nabijheid verdraagt, lijkt hiermee in strijd. Uitgaande van het feit dat de gemeente de uitbreiding desondanks toch doorgang wil laten vinden, doet de ARO de suggestie om het voorstel verder uit te werken en daarin het voorterrein meer als samenhangend geheel in te richten en het groen hier verder te versterken. De voorgestelde bredere sloot met zachte oever aan de weg ziet de ARO liever langs de kavelsloot haaks op de weg. De ARO vraagt verder om inventiever om te gaan met het waterbassin aan de zijkant en deze lager uit te voeren, zodat er aan deze zijde van het bedrijf meer zicht op het achterliggende landschap mogelijk blijft.

Op de locatie Geerling 4B is het agrarisch bedrijf Germaco gevestigd. De primaire bedrijfsactiviteiten bestaan uit een tulpenkwekerij en een bloemproductie van 80 miljoen tulpen per jaar.

Het bedrijf ontwikkelt zich voorspoedig, waardoor de capaciteit van de kasruimte op dit moment niet meer toereikend is. Dit probleem is met de huidige bedrijfscapaciteit niet op te lossen. Vanwege de toenemende vraag van afnemers om grotere hoeveelheden bloemen te leveren is een verdere uitbreiding van de broeiactiviteiten noodzakelijk. Deze uitbreiding is essentieel om zo deze afnemers als klant te kunnen behouden.

Er zijn daarom plannen ontwikkeld om de kassen aan de achterzijde uit te breiden.  Daarvoor is een vergroting van het bouwvlak noodzakelijk. In de huidige situatie bedraagt de oppervlakte van het bouwvlak 2,5 ha. Na de gerealiseerde uitbreiding bedraagt het bouwvlak 3,5 ha.

 

4 a. Wenselijke situatie links    4 b. Wenselijke situatie rechts

Wenselijke situatie bij eerste en tweede behandeling ARO (bron: Beeldkwaliteitsplan De Geerling4B Bovenkarspel uitbreiding Germaco, Rho Adviseurs, resp. mei 2016 en juli 2016)

 

4 c. Visualisatie voorzijde

Visualisatie voorzijde terrein met bomenrijen en het aanbrengen van een gemengde heg (bron: Beeldkwaliteitsplan De Geerling4B Bovenkarspel uitbreiding Germaco, Rho Adviseurs, mei 2016)

 

 

ARO-advies (24 mei 2016)

De ARO adviseert negatief over dit plan. Het ruimtebeslag dat nodig is voor de uitbreiding van het bedrijf staat op gespannen voet met de ruimtelijke kwaliteit. Doordat het bedrijf helemaal tot de achterzijde van de kavel plaatsvindt, blijft er aan deze zijde geen enkele ruimte over om het bedrijf ruimtelijk in te passen. Bovendien worden de zichtlijnen in de directe omgeving in oost-westrichting op deze manier volledig geblokkeerd. Het bedrijf mag zich best tonen aan het landschap, maar dit zou ook gepaard moeten gaan met een daarmee in verhouding staande kwaliteitsverbetering . Dat is nu niet het geval. Wat betreft het voorterrein wordt door de ARO voorgesteld om hier meer gebruik te maken van streekeigen beplanting en de eerder doorgevoerde versmalling van de dwarswatergang door gepaste inrichting te verzachten.

 

ARO-advies (tweede behandeling) (23 augustus 2016)

De ARO adviseert nog steeds negatief over deze ontwikkeling. Er is rond het terrein een aantal maatregelen voorgesteld  om de landschappelijke inpassing te verbeteren en achter het perceel aan de overzijde van de weg zijn de mogelijkheden voor compenserende maatregelen geduid. De ARO concludeert dat inpassing op eigen terrein onvoldoende effect heeft en dat compensatie elders noodzakelijk is,  maar verwacht meer samenhang in de voorgestelde maatregelen waarbij deze concreter zijn uitgewerkt en beter gevisualiseerd. Door de percelen aan beide zijden van de weg in een stevig blauw-groen kader te zetten en in noord-zuidrichting meer samenhang in de inpassingsvoorstellen aan te brengen kan een aanzienlijke kwaliteitswinst worden behaald. Alleen wanneer hier beter invulling aan wordt gegeven kan de ARO instemmen met deze ontwikkeling. De ARO ziet het plan daarom graag nog een keer terug voordat het de besluitvorming in gaat.

Op de locatie Julianastraat 25 te Avenhorn is een bloembollenbedrijf gevestigd. Er zijn plannen ontwikkeld om aan de zuidoost- en zuidwestzijde van de bestaande bebouwing een uitbreiding van de bedrijfsbebouwing te realiseren. Hierbij gaat het om schuurkassen en schuurhallen. Na realisatie van de plannen zal het bouwblok een omvang van bijna 2 ha hebben.

Daarnaast is het plan om een nieuwe bedrijfswoning te realiseren. De bestaande bedrijfswoning is namelijk reeds omgevormd tot bedrijfs- en logiesgebouw en is dus niet meer als bedrijfswoning in gebruik. In het gebouw worden vier seizoenarbeiders gehuisvest en er is tevens een kantine aanwezig. Voor het wijzigen van het gebruik van de huidige bedrijfswoning in een bedrijfsgebouw- en logiesgebouw is op 30 december 2015 een omgevingsvergunning verleend.

 

5 a. Erfinrichtingsplan

Erfinrichtingsplan (bron: Wijzigingsplan Julianstraat 25 Avenhorn, Rho Adviseurs, mei 2016)

 

5 b. Foto huidige voorzijde

Foto voorzijde van het huidige bedrijf (bron: Wijzigingsplan Julianstraat 25 Avenhorn, Rho Adviseurs, mei 2016)

 

 

ARO-advies (24 mei 2016)

De ARO is positief over deze ontwikkeling en heeft een aantal suggesties voor een verbetering van de ruimtelijke inpassing. Aan de voorzijde kan het terrein nog representatiever worden ingericht. De ARO stelt voor om het plastic op het sloottalud aan de voorzijde van het terrein te vervangen door een vorm van beplanting en de niet meer benodigde verharding ter hoogte van de voormalige dienstwoning een groene invulling te geven. De open strook tussen het bedrijf en het Zeugenpad dient ook daadwerkelijk open te blijven. De ARO doet verder de suggestie om het talud van het waterbassin ook aan de achterzijde van het bedrijf als een ‘plint’ door te trekken en hiermee de overgang van de schuurkassen naar het open landschap te verzachten.

Op de locatie Heemtweg 5 is een agrarisch bedrijf gevestigd dat zich richt op groenteteelt, techniek-ontwikkeling, opslag en dienstverlening.

Voor het bedrijf op genoemde locatie zijn er plannen voor de uitbreiding van de bedrijfsbebouwing ten behoeve van de bedrijfsontwikkeling voor de activiteiten vollegrondsteelt, hydrocultuur, energieopwekking, het wassen, drogen en verpakken van een deel van de productie en (rassen)onderzoek ten behoeve van de zaadveredeling. Voor het plan is een uitbreiding van het bedrijfskavel  noodzakelijk. Het huidige bouwvlak is hiertoe ontoereikend. In de huidige situatie beschikt het bedrijf over 130 ha grond waarop gewassen worden geteeld. Aan de Heemtweg heeft het bedrijf een aantal bedrijfsgebouwen met een bedrijfswoning. In de nieuwe situatie worden o.a. een nieuwe loods en een biogasinstallatie toegevoegd binnen het huidige bouwvlak en wordt het bouwvlak uitgebreid met ca. 10 ha waarop voornamelijk kassen komen en daarnaast een groot waterbassin en een extra bedrijfswoning.  

 

6 a. Inrichtingsvoorstel

Inrichtingsvoorstel nieuwe situatie (bron: landschappelijke inpassing uitbreiding B-Four Agro. BügelHajema, juli 2016)

 

6 b. foto huidige situatie   6 c. Impressie nieuwe situatie

Impressie huidige en nieuw situatie, gezien vanaf de Heemtweg ((bron: landschappelijke inpassing uitbreiding B-Four Agro,  BügelHajema, juli 2016)

 

 

ARO-advies (5 juli 2016)

De ARO kan instemmen met de ontwikkeling van het bedrijf op deze locatie, maar heeft een flink aantal suggesties voor een betere (tekstuele) onderbouwing en ruimtelijke uitwerking van het plan. De gepresenteerde schematische hoofdopzet met de uitgangspunten voor het ontwerp ziet er logisch uit, maar dient wel consequenter te worden doorgevoerd in de plantekening. De ARO constateert dat de kassen en verharding aan respectievelijk de west- en oostzijde wel erg ver tot de rand doorlopen en doet de aanbeveling om hier meer ruimte te creëren voor ruimtelijke inpassing. Aan de westzijde is opgaande beplanting hierbij niet aan de orde, vanwege de kwetsbaarheid van de teelt in de kassen. Aan de oostzijde dient bredere en hogere gebiedseigen beplanting te worden aangebracht om ruimtelijk tegenwicht te bieden aan de grote loodsen. Ook dient er tussen de oostzijde van de tweede rij kassen en de nieuwe loods meer ruimte over te blijven voor een groene invulling.

Op de locatie De Gouw 71 is een agrarisch bedrijf, met als activiteiten tulpenteelt en tulpenbroeierij, gevestigd. Voor het bedrijf op genoemde locatie zijn er plannen voor de uitbreiding van de bedrijfsbebouwing ten behoeve van de bedrijfsontwikkeling voor de activiteiten tulpenteelt en broeierij. Voor het plan is een uitbreiding van de bedrijfskavel noodzakelijk. Het huidige bouwvlak is hiertoe ontoereikend. In de huidige situatie bedraagt de oppervlakte van het bouwvlak 1,2 ha. In de nieuwe situatie wordt het bouwvlak uitgebreid tot 2,4 ha.

 

7a. Huidige situatie

Huidige situatie voorzijde bedrijf (bron: beeldkwaliteitsplan Hoogkarspel De Gouw 71, Rho Adviseurs, juni 2016)

 

7b. Inrichtingsvoorstel

Inrichtingsvoorstel nieuwe situatie (bron: beeldkwaliteitsplan Hoogkarspel De Gouw 71, Rho adviseurs, juni 2016)

 

 

ARO-advies (5 juli 2016)

De ARO adviseert positief over deze ontwikkeling, onder voorwaarde van een betere en meer eenduidige vormgeving van de voorzijde en randen van het perceel en bijbehorende eenduidige beplantingskeuze. De huidige voorstellen leveren een nog te versnipperd beeld op. De inrichting van de randen dient zich goed te verhouden tot de grote schaal van de gebouwen. Als er geen ruimte is voor beplanting aan de oostzijde, dan kan deze daarom ook beter achterwege gelaten worden. De ARO adviseert om de oorspronkelijke toegangsweg aan de westzijde, die zijn functie in de nieuwe situatie verliest, achterwege te laten en hierdoor meer ruimtelijk te creëren voor een groene inrichting van de rand. Met relatief eenvoudige ingrepen kan de ruimtelijke kwaliteit van het erf aanzienlijk verbeteren.